Waarom stijgen de materiaalprijzen zo explosief?

Materiaalprijzen inmiddels meer dan verdubbeld.

Materiaalprijzen zijn de afgelopen maanden explosief gestegen en zijn inmiddels ruim verdubbeld ten opzichte van medio 2020. Navraag bij diverse materiaalleveranciers leert ons hoe het komt en geven tegelijkertijd aan dat prijzen mogelijk nog hoger worden.

In het StaalJournaal, uitgegeven door staalleverancier NovioStaal, is bovenstaande grafiek geplaatst, waarin een weergave is gemaakt van de ontwikkeling van de basis(dag-)prijzen voor warmgewalste rollen staal sinds juli 2020. Het gaat hier specifiek om dagprijzen en niet om prijzen voor 3-maands contracten of halfjaarovereenkomsten e.d.

Hoe is deze prijsexplosie ontstaan?

Dit laat zich niet makkelijk uitleggen, omdat materiaalprijzen conjunctureel gevoelig zijn en factoren van diverse aard invloed kunnen hebben op de ontwikkeling hiervan. Voordat de Covid-19 pandemie begon, eind 2019, was de materiaalmarkt al onstuimig. Die onstuimigheid komt voort uit voorafgaande jaren van lage importprijzen. Dit was reden voor de Europese Unie om de zgn. Safeguard invoerbeperkende maatregelen in te voeren.

De onstuimigheid werd ook zichtbaar toen staalconcern ArcelorMittal in november 2019 een prognose afgaf dat de verwachte staalconsumptie tot 1% zou afnemen, en in Europa zelfs met 3%. Met name de automobielindustrie, een belangrijke Europese staalverwerker, kende grote problemen en de materiaalprijzen stonden enorm onder druk. De basisprijs voor warmgewalste rollen lag in die periode rond de €440,- per ton. Begin 2020 werden de materiaalprijzen al naar boven bijgesteld, dit vanwege de hogere importprijzen. Zo werden er pakweg in januari 2020 prijzen genoteerd tussen de €460-490 per ton.

Het evenwitch tussen vraag en aanbod werd enigszinds hersteld doordat enkele grote fabrieken, waaronder ArcerlorMittal in Spanje, overgingen tot een tijdelijke sluiting van producties.

En toen kwam Covid-19

Medio februari-maart 2020 kwam Covid-19 met enorme gevolgen voor de Europese economie. De harde lockdowns in diverse Europese landen zorgen ervoor dat productie nog verder beperkt werd en zelfs geheel staken omdat toeleveranciers niet mochten produceren of onderdelen niet getransporteerd konden/mochten worden. Automobielfabrikanten kregen niets meer aangeleverd, personeel zat vanwege ziekte-uitval of thuiswerkplicht thuis, wat wederom een effect had op de geplande afname van staalproducten.

Staalmakers hadden ook te maken met verschuivingen en zelfs annuleringen van lopende bestellingen. Hierdoor werden nog meer productielocaties, zoals hoogovens, stilgelegd. Veel bedrijven speculeerden erop dat materiaalprijzen onderuit zouden gaan, en dat men later diezelfde materialen voor een lagere prijs konden inkopen. Prijzen bleven echter stabiel en staalfabrieken zorgen middels de tijdelijke productiestops dat vraag en aanbod redelijk in balans kwamen. Zij kondigden zelfs aan dat de basisdagprijs naar €500,- te willen gaan voor nieuwe opdrachten. Zij hadden in die zin het tijd mee, zeker doordat het herstel in China sneller en forser kwam dan verwacht, de importprijzen stabiel tot licht stijgend waren en levertijden van Europese walserijen uitliepen tot 10-12 weken.

Het herstel van China leidde tot een toename van materiaalbehoefte en dus ook van grondstoffen, zoals schroot, olie en ijzererts, die een stuk duurder werden.

Herstel van de economie

Daarnaast werd China van een traditionele staalexporteur ineens een netto staalimporteur. Toen zich in Q2 binnen Europa en de VS een langzaam herstel van de economie aftekende, moesten de verbruikers zich weer voor materiaal gaan indekken. Transport van en naar Azië bleek een groot probleem te zijn, dit vanwege het grote beslag dat het herstel van de Chinese economie op zeetransportmiddelen legde. Bovendien materiaal bestellen in Azië betekende een levertijd van 3-4 maanden  en veel verbruikers hadden deze tijd niet om te wachten, omdat vooral fabrikanten van vervoersmiddelen een snel herstellende vraag vaststelden en dus spoedig aan materiaal diende te komen.

Ironisch hierbij is volgens NovioStaal dat de opleving in de Europese automobielsector vooral veroorzaakt werd door een grote vraag naar duurdere merken auto’s vanuit China en niet vanuit een binnen-Europese behoefte. In Europa namelijk kelderden de verkopen van automobielen in het 1e en 2e kwartaal enorm, maar ook in andere branches werden de gevolgen van het Coronavirus merkbaar. In Nederland kwam daar nog eens de stikstofcrisis bovenop. Leken de staalprijzen in maart 2020 nog stabiel, in de volgende maanden gingen ze onderuit. In mei noteerden we ca €440 per ton voor warmgewalste coils en in juni was dat gedaald naar zo’n €410.

Stijgende grondstofprijzen

In het tweede kwartaal stegen de grondstofprijzen fors: ijzererts liep bijvoorbeeld op tot boven de $100 per ton, en staat inmiddels boven de $170.

Ook prijzen voor polymeren zijn fors gestegen, van ca. €500 per ton, naar inmiddels boven de €1000. Dit is dus een verdubbeling in amper een jaar tijd. Stijgingen komen ook vanwege de grote onzekerheden over het voortbestand van diverse produceren. ThyssenKrupp zoekt al langer naar een partner, zeker nu de poging van Tata Steel voor de Europese tak van het Duitse concern door de EU werd afgewezen. Eind 2020 bleek een andere grote producen, Liberty Steel Group in liquiditeitsproblemen te zijn geraakt, waardoor leveranciers van o.a. warmgewalste coils hun leveringen staakten. Hierdoor konden zijn niet zoals gepland produceren en melden vervolgens aan hun afnemers dat de overeengekomen contractprijzen op grond van sterk gewijzigde grondstofprijzen niet meer gerespecteerd zouden worden. Contracten moesten dus opnieuw uitonderhandeld worden alvorens afnemers materiaal zouden ontvangen.

Schaarste

Toen begon al bij diverse producten, zoals bij verzinkte coils, schaarse te ontstaan. In die periode kondigden diverse staalfabrieken nieuwe verhogingen aan. Het Indiase Tata Group had eerder al besloten Europa helemaal te gaan verlaten, waardoor bijvoorbeeld de toekomst van Tata Nederland erg onduidelijk werd. Een poging tot overname van de fabriek in IJmuiden door het Zweedse SSAB strandde in januari 2021. Het Hongaarse Dunaferr belandde tijdens het 1e kwartaal 2021 in financiële problemen en het is nog steeds niet helder hoe de toekomst voor deze fabriek er uit ziet.

Ook in Italië bestaat nog immer geen goed beeld wat de vooruitzichten zijn van de staalfabriek ILVA in Taranto. ArcelorMittal heeft weliswaar samen met de Italiaanse overheid deze fabriek overgenomen, maar de plannen om de productieopbrengst te verhogen lukten tot nog toe steeds niet. Daarbij dreigt zelfs nog een gedeelte van de ruwstaalproductie, vanwege hoge milieueisen door de lokale overheid, te moeten worden gesloten. Daarover loopt een rechtszaak waarover in mei meer bekend wordt. Al met al zijn dus de Europese productiecapaciteiten in hun geheel waarschijnlijk niet voldoende om de staalbehoefte binnen de EU afdoende te kunnen bevredigen.

Europese lijnen volgeboekt

De huidige schaarste op de markt doet zich voor bij de producten warmgewalste, koudgewalste en Sendzimir verzinkte rollen staal. De meeste Europese fabrieken beweren hun lijnen te hebben volgeboekt tot en met september. Twee Duitse fabrieken leveren in Q3 minder tonnage warmgewalst dan gebruikelijk en een andere grote producent meldt een levertijd van oktober, oftewel 6 maanden na besteldatum. Daarmee lijkt een vermindering van de schaarste binnenkort niet voor de hand liggend. Op grond van die heersende schaarste, de huidige lange levertijden, de weinige concurrentie van importmateriaal en de hoge grondstofprijzen verhoogde ArcelorMittal in maart tot drie keer toe de prijzen (met in totaal  €150 per ton). De officiële basisprijs voor warmgewalste rollen ligt nu op €900 per ton.

In China is een nieuw beleid ingezet waarbij in diverse provincies om milieutechnische redenen minder ruwstaal geproduceerd mag worden. China wil de uitstoot van CO2 uiterlijk 2025 omlaag gaan brengen. Het is de bedoeling om al in 2021 de staalproductie met ca. 22 miljoen ton omlaag te brengen, een hoeveelheid die ten koste zal gaan van de beschikbare exportvolumes. Om toch voldoende in de behoefte aan gewalst staal te voorzien worden dan ook uitvoer stimulerende maatregelen afgebouwd. Het land exporteerde in 2018 nog bijna 100 miljoen ton staal en dat is in 2020 al teruggelopen naar minder dan 60 miljoen ton. China zal dus enerzijds mogelijk minder staal gaan exporteren, juist meer schroot gaan importeren ten behoeve van ruwstaalproductie op basis van elektro ovens (EAF) en méér gewalst staal gaan invoeren.

Groot vraagteken is verder nog of de Europese importheffingen gehandhaafd blijven, dan wel gewijzigd zullen worden. Hoewel er vanuit diverse sectoren in de VS aan de regering Biden verzoeken worden gericht om de importheffingen op staal af te bouwen, zijn er nog geen signalen dat de VS haar importbeleid gaat veranderen. In dat kader ligt een eenzijdige actie van Europa hiervoor niet voor de hand.

Worden de prijzen nog hoger?

Kort samengevat: De economische ontwikkelingen in de VS en China lijken zonniger dan hier in Europa en bovendien worden daar enorme hoeveelheden geld in de economie gepompt door de overheden. Prognoses van economische groei zien er met 6% groei of meer positief uit. Voor de VS zou dat de grootste toename zijn sinds 1974. De verwachting hierdoor is dan ook dat de vraag naar staal blijvend hoog zal zijn, waarmee ook aannemelijk is dat de grondstofprijzen voorlopig hoog blijven, of wellicht nog hoger worden.

Heb je vragen over de status van jouw zending én je hebt de track & trace code reeds ontvangen? Wacht dan tot drie dagen na verzenddatum. Heb je je pakket dan nog niet, neem dan contact met ons op via [email protected] of telefonisch op +31 45 369 05 46.